Grod VI' OPLOO
De laatste oude heerlijke molens van het Land van Cuijk staan in Oploo, te weten de waterof oliemolen, vermeld in 1618, en de 18de eeuwse standaarkorenmolen. Lange jaren oefenden hier leden van de families Christiaens en Rutten hun bedrijf uit. De korenmolen is intussen in volle pracht hersteld, terwijl de watermolen kalm zijn beurt afwacht.
133
Boortoren Op/oo
134
Een halve eeuw geleden ontdekte men onder de peel grote hoeveelheden steenkool. Ook te Oploo werd door middel van een boortoren een nader geologisch onderzoek ingesteld. De lagen steenkool zaten echter te diep en de exploitatie bleek niet rendabel.
De beste peelturf zat meer naar het zuiden onder Deurne. Toch werd in de noordelijke peel ook wel op geschikte plaatsen geturfd. De Herenpeel onder Oploo had vroeger al brandstof voor het kasteel geleverd, en nog in 1914 werd alhier door ingezetenen druk turf gestoken en gestapeld.
135
Dorpstroot.
136
Dan komen we in St-Anthonis, dat tot de val van het Ancien Regime deel uitmaakte van de Baronie van Boxmeer met een eigen schepenbank vanaf 1627. De oude dorpsschool aan de Lepelstraat werd in 1745 gebouwd, nadat de Roermondse bisschop goedkeuring verleend had voor de overdracht van een deel van het kerkhof. Na de bouw van een nieuwe school achter het gemeentehuis in 1879 werd de wekelijkse botermijn in de oude onderwijsinrichting gehouden.
8. St.Antonius Raadhuis
Omstreeks 1900 was de Brink te St.-Anthonis in wezen net eender als vandaag. Het gemeentehuis, gebouwd in 1876, was nog groot genoeg. Veldwachter Kleijn had met zijn gezin beneden voldoende ruimte. Links, waar nu hotel Oelbroeck gevestigd is, woonde horlogemaker Tauseh. De dorpsherberg De Zwaan met hoge voorgevel is jammer genoeg niet meer aanwezig.
137
138
De Zwaan was nog een echte oude herberg, misschien wel uit de 17de eeuw. Dertigjaar geleden heeft hij het veld moeten ruimen voor goed bij de Brink aansluitende nieuwbouw. In vorige eeuwen vergaderden hier de schepenen, naburen, geërfden en andere principale ingezetenen met de drost van Boxmeer over allerlei bestuursaangelegenheden. Bekende eigenaars waren de richterbodes Gieben of Arts en tot slot Jan Willem Kaal.
Ter gelegenheid van de kroning van koningin Wilhelmina in 1898 werd te St.-Anthonis voor het raadhuis tijdens een officiële plechtigheid de Wilhelminaboom geplant. Op het bordes staan burgemeester J. Chr. Arts, de wethouders P. Cornelissen en P. Wieritjes en de raadsleden H. Schik, P. Baltussen. G. van den Hoven en J. van Wanraaij. Rechts op. de voorgrond herbergier Jan Willem Kaal, terwijl veldwachter Alexander Kleijn voor de orde zorg draagt.
140
Het dorpje Ledeacker ligt iets ten noorden van St-Anthonis. Behorende tot het Overambt werd het soms tot Mil! of Beugen gerekend met zijn eigen schepenbank. In tegenstelling tot St.-Anthonis, waar de patroon de oude naam Oelbroeck heeft verdrongen, is Sent Kathrynen in den Broick er niet in geslaagd de benaming Ledeacker op zij te zetten.
?
Rijkevoort kan genoemd zijn naar een in 1418 voorkomende vrouw Rycke of naar het rikken of kwaken van de kikvorsen, in ieder geval heerst er sfeer op het rustieke dorpsplein met links het schooltje, waar Paulus van Leeuwen van 1878 tot 1909 aan verbonden was. De lange woning rechts van Verbruggen verdween in het jaar 1914.
141
142
Pastoor Beynen ging omstreeks 1890 zijn parochianen af in een koetsje, getrokken door een ezel. Bert van de Ven, later wonend te Beek en Donk, houdt de teugel vast.